Ontdek de verhalen achter het nieuws

Hier vind je scherpe blogs over politiek, technologie, ICT, beveiliging, opinie en maatschappelijke kwesties. Ik duid actuele thema’s, geef inzicht in complexe onderwerpen en nodig je uit om mee te denken.

Het conceptverkiezingsprogramma van GroenLinks-PvdA voor 2025 is gepresenteerd, met als kernpunten: meer betaalbare woningen door een investeringsprogramma en het aanpakken van speculatie, inkomensverbetering door lastenverlichting voor lage en middeninkomens en lastenverzwaring voor hoge vermogens en bedrijven, een sterke focus op duurzaamheid en een groene economie, en het versterken van basisvoorzieningen en de zorg. Het programma wordt definitief vastgesteld op het congres van 27 september 2025, nadat leden tot 29 augustus wijzigingsvoorstellen (amendementen) hebben kunnen indienen. 

GroenLinks-PvdA heeft haar programma opgebouwd rond vijf kernmissies:
  1. Meer huizen om in te wonen
  2. Samen strijden voor een groene toekomst
  3. Een inkomen waarmee je vooruitkomt
  4. Leiderschap dat Nederland beschermt
  5. De basis op orde

1. Meer huizen om in te wonen

GroenLinks-PvdA stelt dat wonen een recht is, geen luxe. Volgens de partij is de woningmarkt in Nederland fundamenteel uit balans geraakt door jarenlange marktwerking, speculatie en gebrek aan regie. Daarom pleit GroenLinks-PvdA voor een herwaardering van volkshuisvesting, waarbij de overheid weer de regie neemt over woningbouw, grondbeleid en huurprijzen. Een belangrijk voorstel is het oprichten van “Woningbouwcorporaties Nieuwe Stijl” die betaalbare huurwoningen bouwen voor de sociale meerderheid. De partij wil een Wet Versnelling Woningbouw invoeren om procedures te verkorten en belemmeringen weg te nemen. Ook wil GroenLinks-PvdA speculatie met grond en vastgoed tegengaan door actief grond aan te kopen en woekerprijzen te bestrijden. De partij kiest expliciet voor bouwen voor mensen, niet voor winst. Dit betekent dat beleggers en hedgefondsen minder ruimte krijgen op de woningmarkt. Er komt een verbod op het opkopen van woningen door beleggers in bepaalde wijken, en huurprijzen worden gereguleerd. Starters, gezinnen en mensen met een middeninkomen krijgen voorrang bij toewijzing. Tegenstanders stellen dat het beperken van marktwerking kan leiden tot inefficiëntie en vertraging. Ook is er kritiek op het idee van overheidsregie, dat volgens sommigen leidt tot bureaucratie en een gebrek aan innovatie. Beleggers waarschuwen dat het ontmoedigen van investeringen kan leiden tot minder aanbod en lagere kwaliteit van woningen.

Tabel: Argumenten voor- en tegenstanders

Voorstanders GroenLinks-PvdA Tegenstanders GroenLinks-PvdA
Wonen is een recht, geen luxe: overheid moet regie nemen. Overheidsregie kan leiden tot bureaucratie en inefficiëntie.
Woningbouwcorporaties bouwen voor mensen, niet voor winst. Minder marktwerking kan investeringen en innovatie afremmen.
Aanpak van speculatie en woekerprijzen beschermt huurders. Beperkingen voor beleggers kunnen leiden tot minder woningaanbod.
Wet Versnelling Woningbouw zorgt voor snellere procedures. Versnelling kan ten koste gaan van ruimtelijke kwaliteit en inspraak.

2. Samen strijden voor een groene toekomst

GroenLinks-PvdA stelt dat de klimaatcrisis de grootste uitdaging van onze tijd is. De partij wil dat Nederland koploper wordt in de strijd tegen klimaatverandering door te investeren in duurzame energie, natuurherstel en een rechtvaardige transitie. Volgens GroenLinks-PvdA is klimaatbeleid niet alleen een ecologische noodzaak, maar ook een kans om de economie te vernieuwen en sociale ongelijkheid te verkleinen. Een belangrijk voorstel is het invoeren van een Klimaatwet 2.0, waarin bindende doelen worden vastgelegd voor CO₂-reductie, biodiversiteit en circulaire economie. De partij wil dat Nederland in 2040 klimaatneutraal is. Dit vereist grootschalige investeringen in wind- en zonne-energie, isolatie van woningen, elektrificatie van vervoer en het afbouwen van fossiele subsidies. GroenLinks-PvdA pleit voor een “groene industriepolitiek” waarbij de overheid actief stuurt op verduurzaming van de industrie. Bedrijven die vervuilen moeten betalen, terwijl duurzame innovaties worden gestimuleerd. De partij wil ook dat de landbouw wordt hervormd: minder intensief, meer natuurvriendelijk en met eerlijke prijzen voor boeren. De transitie moet volgens de partij sociaal rechtvaardig zijn. Daarom komt er een Klimaatfonds dat huishoudens met lage inkomens ondersteunt bij verduurzaming. Ook worden werknemers in vervuilende sectoren geholpen bij omscholing en het vinden van nieuw werk. Tegenstanders stellen dat het klimaatbeleid van GroenLinks-PvdA te ambitieus en kostbaar is. Er is kritiek op het afbouwen van fossiele subsidies, dat volgens sommigen leidt tot hogere energieprijzen. Ook zijn er zorgen over de haalbaarheid van de doelen en de impact op de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven.

Tabel: Argumenten voor- en tegenstanders

Voorstanders GroenLinks-PvdA Tegenstanders GroenLinks-PvdA
Klimaatbeleid is noodzakelijk voor toekomstige generaties. Ambitieuze doelen kunnen economische schade veroorzaken.
Investeringen in duurzame energie creëren banen en innovatie. Kosten van transitie kunnen leiden tot hogere lasten voor burgers.
Groene industriepolitiek maakt Nederland koploper in duurzaamheid. Strenge eisen kunnen bedrijven wegjagen naar het buitenland.
Klimaatfonds zorgt voor rechtvaardige verdeling van lasten. Overheidssteun kan leiden tot afhankelijkheid en inefficiëntie.

3. Een inkomen waarmee je vooruitkomt

GroenLinks-PvdA stelt dat te veel mensen in Nederland werken zonder dat ze voldoende verdienen om van te leven. De partij wil dat werk weer loont, armoede wordt bestreden en bestaanszekerheid wordt gegarandeerd. Volgens GroenLinks-PvdA is economische rechtvaardigheid een kernvoorwaarde voor een gezonde samenleving. Een belangrijk voorstel is het verhogen van het minimumloon naar 16 euro per uur. Dit moet leiden tot hogere inkomens voor miljoenen werkenden, vooral in sectoren als zorg, schoonmaak en logistiek. Tegelijkertijd wil de partij dat uitkeringen meestijgen met het minimumloon, zodat ook mensen zonder werk niet achterblijven. De partij pleit voor het afschaffen van het toeslagenstelsel en het invoeren van een inkomensafhankelijke korting op de belasting. Dit moet het systeem eenvoudiger en eerlijker maken. Ook wil GroenLinks-PvdA dat kinderopvang gratis wordt voor alle ouders, zodat werken loont en kinderen gelijke kansen krijgen. Daarnaast wil de partij dat flexwerk wordt teruggedrongen. Mensen moeten zekerheid krijgen over hun inkomen, werktijden en arbeidsvoorwaarden. Uitzendwerk en tijdelijke contracten worden beperkt, en platformbedrijven moeten hun werknemers fatsoenlijk betalen en verzekeren. Tegenstanders stellen dat het verhogen van het minimumloon leidt tot hogere kosten voor werkgevers, wat banen kan kosten. Ook is er kritiek op het afschaffen van toeslagen, dat volgens sommigen risico’s met zich meebrengt voor mensen met complexe inkomenssituaties. Werkgevers waarschuwen dat het beperken van flexwerk de arbeidsmarkt minder wendbaar maakt.

Tabel: Argumenten voor- en tegenstanders

Voorstanders GroenLinks-PvdA Tegenstanders GroenLinks-PvdA
Verhoging minimumloon versterkt koopkracht en bestaanszekerheid. Hogere loonkosten kunnen leiden tot verlies van banen en hogere prijzen.
Afschaffen toeslagen maakt het systeem eenvoudiger en transparanter. Complexe inkomenssituaties vragen om maatwerk dat toeslagen kunnen bieden.
Gratis kinderopvang bevordert arbeidsparticipatie en kansengelijkheid. Universele kinderopvang is kostbaar en kan inefficiënt zijn.
Beperking van flexwerk zorgt voor meer zekerheid en stabiliteit. Minder flexwerk kan de arbeidsmarkt minder wendbaar maken voor werkgevers.

4. Leiderschap dat Nederland beschermt

GroenLinks-PvdA stelt dat Nederland behoefte heeft aan een overheid die beschermt, niet afschuift. Volgens de partij is de overheid te vaak afwezig bij crises zoals de toeslagenaffaire, de aardbevingen in Groningen en de opvang van vluchtelingen. Daarom pleit GroenLinks-PvdA voor een actieve, rechtvaardige en betrouwbare overheid die verantwoordelijkheid neemt en mensen beschermt tegen onzekerheid en onrecht. Een belangrijk voorstel is het versterken van publieke diensten zoals zorg, onderwijs en jeugdzorg. De partij wil af van marktwerking in deze sectoren en pleit voor meer vaste contracten, betere arbeidsvoorwaarden en meer zeggenschap voor professionals. Zorg moet weer gaan over mensen, niet over productie en winst. Op het gebied van veiligheid wil GroenLinks-PvdA investeren in preventie, wijkagenten en sociale infrastructuur. De partij stelt dat veiligheid niet alleen gaat over repressie, maar ook over vertrouwen, kansen en gemeenschapszin. Radicalisering en criminaliteit moeten worden bestreden met een combinatie van zorg, onderwijs en handhaving. Internationaal wil de partij dat Nederland zich inzet voor vrede, mensenrechten en klimaatveiligheid. Dit betekent een actieve rol in de EU, de VN en NAVO, maar ook het stoppen van wapenexport naar conflictgebieden en het opnemen van vluchtelingen volgens humane normen. Tegenstanders stellen dat het afschaffen van marktwerking kan leiden tot inefficiëntie en hogere kosten. Ook is er kritiek op het idee van een “beschermende overheid”, dat volgens sommigen leidt tot betutteling en afhankelijkheid. Op het gebied van veiligheid wordt gewaarschuwd dat preventie alleen niet voldoende is en dat repressie soms noodzakelijk is.

Tabel: Argumenten voor- en tegenstanders

Voorstanders GroenLinks-PvdA Tegenstanders GroenLinks-PvdA
Actieve overheid beschermt burgers tegen onzekerheid en onrecht. Te veel overheidsbemoeienis kan leiden tot betutteling en afhankelijkheid.
Investeren in publieke diensten versterkt kwaliteit en toegankelijkheid. Afschaffen van marktwerking kan leiden tot inefficiëntie en hogere kosten.
Preventieve veiligheid bevordert vertrouwen en gemeenschapszin. Repressie is soms noodzakelijk voor directe veiligheid en orde.
Internationale solidariteit versterkt mensenrechten en vrede. Kritiek op wapenexport en vluchtelingenbeleid kan Nederland internationaal verzwakken.

5. De basis op orde

GroenLinks-PvdA stelt dat de overheid jarenlang heeft bezuinigd op essentiële publieke voorzieningen, waardoor de basis van de samenleving is verzwakt. De partij wil investeren in zorg, onderwijs, kinderopvang, openbaar vervoer en sociale zekerheid. Volgens GroenLinks-PvdA moet de overheid weer garant staan voor een sterke, solidaire en toegankelijke samenleving. Een belangrijk voorstel is het versterken van de zorgsector. De partij wil af van marktwerking in de zorg en pleit voor meer vaste banen, hogere lonen en minder bureaucratie. Zorg moet weer draaien om mensen, niet om productie en concurrentie. Ook in het onderwijs wil de partij investeren: kleinere klassen, meer ondersteuning voor leraren en gelijke kansen voor alle kinderen. Op het gebied van openbaar vervoer wil GroenLinks-PvdA dat treinen, bussen en trams betaalbaar en betrouwbaar zijn. Er komt een Nationaal Mobiliteitsplan dat inzet op bereikbaarheid, duurzaamheid en regionale verbindingen. De partij wil dat OV een volwaardig alternatief wordt voor de auto, ook buiten de Randstad. Daarnaast wil de partij dat sociale zekerheid wordt versterkt. Mensen die tijdelijk niet kunnen werken moeten kunnen rekenen op een fatsoenlijk vangnet. De bijstand wordt verhoogd, de bureaucratie verminderd en de menselijke maat hersteld. De overheid moet uitgaan van vertrouwen, niet wantrouwen. Tegenstanders stellen dat het afschaffen van marktwerking en het verhogen van uitkeringen kostbaar is en kan leiden tot inefficiëntie. Er is ook kritiek op het idee van een “verzorgende overheid”, dat volgens sommigen leidt tot afhankelijkheid en een afname van eigen verantwoordelijkheid. Op het gebied van openbaar vervoer wordt gewaarschuwd dat investeringen niet altijd rendabel zijn.

Tabel: Argumenten voor- en tegenstanders

Voorstanders GroenLinks-PvdA Tegenstanders GroenLinks-PvdA
Investeren in zorg en onderwijs versterkt de sociale infrastructuur. Hoge kosten kunnen leiden tot belastingverhogingen en inefficiëntie.
Afschaffen marktwerking maakt publieke diensten mensgerichter. Marktwerking kan innovatie en efficiëntie bevorderen.
Sterk openbaar vervoer bevordert duurzaamheid en bereikbaarheid. Investeringen in OV zijn niet altijd rendabel buiten stedelijke gebieden.
Versterking sociale zekerheid vergroot bestaanszekerheid. Te ruime vangnetten kunnen afhankelijkheid en minder prikkels tot werk veroorzaken.