De belangrijkste standpunten van het CDA in Nederland gaan over sociale bestaanszekerheid, met aandacht voor betaalbare woning en zorg, en het stimuleren van werkgelegenheid via \”basisbanen\”. Andere standpunten omvatten een focus op economische stabiliteit, een sterke economie en een eerlijke belastingstelsel, en een betrokken samenleving met nadruk op solidariteit, gemeenschap en omzien naar elkaar. Het CDA wil ook de verschillen tussen regio’s verkleinen en inzetten op een sterker en onafhankelijk Europa dat inwoners beschermt.
Het programma is opgebouwd rond drie centrale keuzes:
- Orde op zaken stellen
- Investeren in de economie van morgen
- Kiezen voor een betrokken samenleving
1. Orde op zaken stellen
Het CDA stelt dat Nederland vastloopt op essentiële terreinen zoals wonen, migratie, veiligheid en zorg. Volgens de partij is het tijd voor een politiek die weer grip krijgt op deze basisvoorzieningen. “Wat de overheid doet, moet ze goed doen,” is het leidmotief. Daarom pleit het CDA voor een overheid die betrouwbaar, voorspelbaar en daadkrachtig is.
Een belangrijk speerpunt is het aanpakken van de woningnood. Het CDA wil woningzoekenden op de eerste plaats zetten, met name jongeren en gezinnen. Er moet sneller gebouwd worden, met meer regie vanuit de overheid en minder bureaucratie. Ook wil de partij dat sociale huur beschikbaar blijft voor wie het echt nodig heeft.
Op het gebied van migratie wil het CDA werkbare wetten die migratie beheersbaar maken. De partij pleit voor een strenger toelatingsbeleid, snellere procedures en betere terugkeer van afgewezen asielzoekers. Migratie moet passen bij de draagkracht van de samenleving.
Veiligheid in de buurt is een ander kernpunt. Het CDA wil meer wijkagenten, betere samenwerking tussen gemeenten en politie, en een hardere aanpak van ondermijning. Zorg moet toegankelijk en menselijk zijn, met minder bureaucratie en meer tijd voor patiënten. Tot slot wil het CDA voorspelbare inkomens: mensen moeten kunnen rekenen op een stabiele financiële basis.
Tegenstanders stellen dat het CDA-beleid te veel nadruk legt op controle en orde, en te weinig op inclusie en flexibiliteit. Er is kritiek op het migratiebeleid, dat volgens sommigen te restrictief is. Ook zijn er zorgen over de haalbaarheid van de woningbouwplannen en de financiering van de zorgambities.
Tabel: Argumenten voor- en tegenstanders
Voorstanders CDA |
Tegenstanders CDA |
Herstel van regie op wonen, migratie en zorg versterkt vertrouwen in overheid. |
Te veel nadruk op controle kan leiden tot uitsluiting en bureaucratie. |
Sneller bouwen en betere toewijzing verlicht woningnood. |
Bouwambities kunnen stranden op stikstofregels en personeelstekorten. |
Strenger migratiebeleid zorgt voor draagkracht en rust. |
Beperking migratie kan botsen met internationale verplichtingen. |
Meer wijkagenten en voorspelbare inkomens vergroten veiligheid en stabiliteit. |
Veiligheid en inkomenszekerheid vragen ook om sociale investeringen. |
2. Investeren in de economie van morgen
Het CDA stelt dat Nederland moet investeren in een toekomstbestendige economie die duurzaam, innovatief en sociaal is. Volgens de partij is economische groei belangrijk, maar moet deze gepaard gaan met brede welvaart: een economie die niet alleen draait om cijfers, maar ook om kwaliteit van leven, natuur en gemeenschapszin.
Een belangrijk speerpunt is het versterken van het mkb en familiebedrijven. Het CDA ziet deze als de ruggengraat van de Nederlandse economie. De partij wil minder regeldruk, betere toegang tot financiering en een eerlijke concurrentiepositie ten opzichte van grote multinationals. Ook pleit het CDA voor het stimuleren van regionale economieën en vakmanschap.
Duurzaamheid speelt een centrale rol. Het CDA wil een groene industriepolitiek waarbij bedrijven worden geholpen om te verduurzamen. Dit gebeurt via investeringen in innovatie, circulaire productie en energietransitie. Tegelijkertijd wil de partij dat de lasten eerlijk worden verdeeld: vervuilers betalen, maar de transitie mag niet ten koste gaan van de koopkracht van gewone gezinnen.
Onderwijs en arbeidsmarkt zijn eveneens cruciaal. Het CDA wil meer aandacht voor techniek, praktijkonderwijs en levenslang leren. Jongeren moeten worden voorbereid op de banen van morgen, en werknemers moeten kunnen omscholen. De partij pleit voor een “maatschappelijk dienstjaar” waarin jongeren ervaring opdoen en bijdragen aan de samenleving.
Tegenstanders stellen dat het CDA-beleid te veel inzet op traditionele sectoren en te weinig op disruptieve innovatie. Ook is er kritiek op het idee van brede welvaart, dat moeilijk meetbaar is en kan leiden tot vage beleidsdoelen. Sommige economen waarschuwen dat het subsidiëren van verduurzaming marktverstorend kan werken.
Tabel: Argumenten voor- en tegenstanders
Voorstanders CDA |
Tegenstanders CDA |
Brede welvaart verbindt economische groei met maatschappelijke doelen. |
Moeilijk meetbaar en kan leiden tot vage beleidsdoelen. |
Versterking van mkb en familiebedrijven bevordert lokale economie. |
Focus op traditionele sectoren kan innovatie vertragen. |
Groene industriepolitiek stimuleert duurzame transitie. |
Subsidies kunnen marktverstorend werken en inefficiënt zijn. |
Onderwijs en maatschappelijk dienstjaar versterken sociale cohesie. |
Dienstjaar kan als verplichting worden ervaren en is lastig te organiseren. |
3. Kiezen voor een betrokken samenleving
Het CDA stelt dat de samenleving sterker wordt als mensen zich betrokken voelen bij elkaar en bij hun omgeving. Volgens de partij is individualisering doorgeschoten en moet er weer ruimte komen voor gemeenschapszin, solidariteit en verantwoordelijkheid. Daarom pleit het CDA voor een samenleving waarin mensen niet tegenover elkaar staan, maar naast elkaar.
Een belangrijk speerpunt is het versterken van gezinnen, verenigingen, kerken en andere maatschappelijke verbanden. Het CDA ziet deze als fundamenten van sociale cohesie. De partij wil dat de overheid deze verbanden ondersteunt, bijvoorbeeld via subsidies, belastingvoordelen en ruimte voor vrijwilligerswerk.
Ook wil het CDA dat jongeren actief worden betrokken bij de samenleving. Het maatschappelijk dienstjaar speelt hierin een centrale rol: jongeren doen ervaring op in zorg, onderwijs, defensie of natuurbeheer en leren verantwoordelijkheid nemen. Dit moet bijdragen aan burgerschap en onderlinge verbondenheid.
Op het gebied van zorg en welzijn pleit het CDA voor meer samenwerking tussen formele en informele zorg. Mantelzorgers en vrijwilligers moeten worden ondersteund, en zorg moet dichtbij en persoonlijk zijn. De partij wil dat gemeenten meer ruimte krijgen om lokaal maatwerk te leveren.
Daarnaast wil het CDA dat de overheid vertrouwen uitstraalt. Dit betekent minder wantrouwen richting burgers, minder bureaucratie en meer ruimte voor professionals. De menselijke maat moet leidend zijn in beleid en uitvoering.
Tegenstanders stellen dat het CDA-beleid te veel leunt op traditionele verbanden en normen, en te weinig oog heeft voor diversiteit en moderne levensvormen. Er is ook kritiek op het maatschappelijk dienstjaar, dat als verplichting kan worden ervaren. Sommige liberalen vinden dat de overheid zich niet moet bemoeien met gemeenschapsvorming.
Tabel: Argumenten voor- en tegenstanders
Voorstanders CDA |
Tegenstanders CDA |
Gemeenschapszin versterkt sociale cohesie en wederzijds respect. |
Focus op traditionele verbanden kan diversiteit en autonomie beperken. |
Maatschappelijk dienstjaar bevordert burgerschap en betrokkenheid. |
Dienstjaar kan als verplichting worden ervaren en is lastig te organiseren. |
Ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers versterkt zorgnetwerken. |
Informele zorg kan overbelast raken zonder voldoende professionele ondersteuning. |
Vertrouwensvolle overheid herstelt relatie tussen burger en staat. |
Vertrouwen vraagt ook om controlemechanismen en transparantie. |